Wakker geschud tijdens de Swiss Alps 100

Swiss2019-2
Foto: Edward

... Ze zijn erg zuinig geweest met het aantal, en de grootte van de vlaggetjes....Ik zal toch echt serieus moeten trainen voor deze gekkigheid. Ik hoopte, dat ik na al die jaren, er wel mee weg zou komen....Dat het zwaar wordt, weet ik van te voren. Daar train je voor. Laat dat nou net zijn wat ik dit keer heb verzaakt....


Na de stad verruild te hebben voor de leegte van Noordoost-Groningen, stond er ook nog een wedstrijd in de Zwitserse Alpen in de agenda. Het “trainen” bestond voornamelijk uit noeste arbeid in de tuin, met de pikhouweel, kettingzaag en bosmaaier als trainingsattribuut.

Vanessa heeft iets meer zelfkennis en heeft de wedstrijd afgezegd. Ik waag het erop en hoop dat mijn lijf en geest een goede dag hebben. De route heb ik genoeg bestudeerd om te weten waar mijn benen me vandaag allemaal naartoe moeten brengen, al blijven de te overwinnen hoogtemeters een groot vraagteken. Op de site lees ik ergens 6263 hoogtemeters en even verderop lees ik 5380 hoogtemeters, en als ik in het schema van de verzorgingsposten de hoogtemeters optel kom ik op 6053 hoogtemeters.

Om 07:00 uur is de start op het vliegveld van Münster. De eerste 20 km lijkt op papier renbaar. Nog geen grote klimmen. Het is altijd afwachten of vlak wel echt vlak is hier, maar met hier en daar een klimmetje, is het zelfs voor een Bierummer redelijk renbaar. Ideaal om wat los te lopen. We rennen over stukjes asfalt, door velden waar de planten het pad hebben overgenomen, door bossen en gaan over een 250 meter lange hangbrug. Er staat een groot bord, waarop in meerdere talen staat: “Niet rennen op de brug”. Natuurlijk is er altijd een loper die al die talen blijkbaar niet beheerst en toch gaat rennen. De hele brug slingert heen en weer.

Als ik lekker over een single track door het bos ren, hoor ik opeens achter me een vrouw roepen: “Hey guys, this way!” Ik schreeuw nog zo hard als ik kan naar de lopers voor me, die allang uit zicht zijn. Er komen in ieder geval nog drie terug. De afslag naar beneden, die we gemist hebben, is ook nauwelijks te zien. Sowieso is het opletten. Ze zijn erg zuinig geweest met het aantal, en de grootte van de vlaggetjes.

Na 15 km is er een verzorgingspost. Vanessa staat klaar met van alles en nog wat. Al ben ik nog maar anderhalf uur op pad, ik eet alvast wat sushi met veel sojasaus voor het zout. Ik ben ondertussen goed wakker en voel me best lekker.

Na ruim 20 km begint de eerste klim. Een dodelijk saaie klim over een brede onverharde weg. Zo breed dat ook auto’s hier de berg op kunnen rijden. Er komt een auto van boven en een dame houdt een banaan uit het raam. Ik neem aan dat dat niet racistisch bedoeld is, maar dat het een dame van de verzorgingspost bovenop de berg is die bananen uitdeelt. Ik begin nu toch wel een beetje pijn in mijn achillespees te krijgen. Het klimmen gaat moeizaam. Ook mijn kuiten vinden het allemaal niet zo leuk. Als we boven de boomgrens op ongeveer 2000 meter komen is het uitzicht wel prachtig maar het lukt me niet om ervan te genieten. Mijn lijf stribbelt tegen. Ik zal toch echt serieus moeten trainen voor deze gekkigheid. Ik hoopte, dat ik na al die jaren, er wel mee weg zou komen.

Na de eerste klim is er nog geen sprake van afdalen. Er volgt nog een lus naar de hoogste top van de wedstrijd. Vlak voor de klim naar de top is een verzorgingspost en als het goed is, is Vanessa daar. Om daar te komen moet ze met de camper, via een smalle kronkelige weg naar Rosswald. En vanuit het dorp mag ze dan nog anderhalve kilometer lopen en moet ze 230 hoogtemeters overwinnen. Traint ze ook nog een beetje.
Swiss2019-1
Voor mij is het best nog ver naar Rosswald. De route er naartoe gaat helemaal over de rug van de berg. Het is er prachtig met hier en daar een sneeuwveldje. De stukjes klimmen gaan moeizaam en wat renbaar is, probeer ik zo goed mogelijk te rennen. Maar de souplesse is ver te zoeken. Vanessa heeft de rit ook overleefd en staat bij de verzorgingspost klaar met bier en sushi. Het bier, alcoholvrij natuurlijk, gaat er goed in. Maar eigenlijk wil ik stoppen. Dit is echt niet leuk meer. Vanessa weet me te overtuigen om toch weer op pad te gaan.

Voordat we naar de top mogen klimmen, dalen we eerst weer af. Het dalen voelt niet goed. Maar ik zal toch nog eventjes door moeten. De klim is prachtig. Het geitenpaadje omhoog is smal met links een diepe afgrond. Dat maakt het wel erg speciaal. Maar helaas is mijn lijf er allang klaar mee. Ook mijn geest kan ik niet meer overtuigen dat dit leuk is. Ik probeer nog wat mentale afleiding te vinden door te voelen of het inderdaad per 100 hoogtemeters, 0,6 graden kouder is. Maar het waait hard en het is gewoon overal heet.

Waarom doe ik dit, vraag ik me constant af. Dat het zwaar wordt, weet ik van te voren. Daar train je voor. Laat dat nou net zijn wat ik dit keer heb verzaakt.

De top bereiken is trouwens erg leuk. Wat geklauter over stenen en als je denkt dat je er bent, toch nog even een stukje hoger. Ik ga even zitten op de top en laat het op me inwerken. Ik eet wat en begin dan aan de afdaling. Wat doen mijn benen pijn. Voel me verder niet misselijk of zo. Eten en drinken gaat prima, maar mijn benen willen niet meer. Soms spreek ik mezelf toe en ga gewoon. Wonderlijk hoe je benen een weg vinden tussen alle stenen. Ondertussen hebben enkele kleine steentjes een weg in mijn schoen gevonden. Maar even stoppen om mijn schoenen uit te doen, is nogal een onderneming op een helling met benen die niet makkelijk meer buigen.

Ik bereik uiteindeljk de verzorgingspost en eet en drink goed. Doe mijn schoenen uit om de steentjes te verwijderen. Dan de afdaling naar Binn. Deze heb ik enkele dagen geleden al een keer gedaan en was toen goed te doen. Nu is het andere koek. Ik stuntel en ben, door de uren dat ik op hoogte ben, wat wankel geworden. Ook had ik de steentjes meteen uit mijn schoenen moeten verwijderen, want daardoor heb ik nu ook nog een pijnlijke blaar op mijn grote teen. Echt zo stom.

Waarom doe ik dit? Ik ben hier ooit aan begonnen omdat het geweldig is om op eigen kracht je snel door de bergen te begeven. Maar ik weet nu dat dat niet vanzelf gaat. Ik zal weer serieus moeten gaan trainen om dat plezier terug te krijgen. Op dit moment is dat er niet en ik heb geen zin om er een wandelfestijn van te maken. Ook omdat wandelen ook pijn doet en het dan wel heel lang duurt allemaal.

Als ik na 10 uur lopen Binn bereik, hoor ik van ver Vanessa al roepen. Als ik dichterbij kom ziet ze wel dat ik er niet zoveel plezier meer in heb. Ze probeert me nog te overtuigen om door te gaan. Dit was mijn kwalificatie voor de Western States. Zo verlies ik mijn zorgvuldig opgebouwde lootjes. Ik heb nog 12 uur voor de overige 37 km. Dus dat is een makkie, normaal gesproken, maar ik ben er helemaal klaar mee. Ook omdat in die 37 km nog 2 behoorlijke klimmen zitten, en het klimmen is bij mij nu wel op.

Ultralopen is prachtig, en het op eigen kracht snel door de bergen bewegen is geweldig, maar ik heb de bijbehorende trainingen de laatste tijd een beetje verwaarloosd. Voorlopig maar even een pas op de plaats.

Groet,
Edward.


Maak je eigen LB-account!

Inloggen voor LBers